De kleine beer (Phragmatobia fuliginosa) is een trage, onopvallende nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen (Erebidae), onderfamilie beervlinders (Arctiinae). De vlinder heeft een spanwijdte van 35 tot 45 millimeter. In rust vouwt hij zijn vleugels op in de vorm van een dakje.
Het is een relatief kleine, dikke vlinder. De voorkant van het lijf lijkt extra dik door de flinke beharing. De voorvleugels hebben een vale roodbruine kleur met een kleine zwarte stip in het midden. De achtervleugels zijn lichtrood en worden dichter bij het dikke rode achterlijf feller van kleur. Het achterlijf is over de lengte voorzien van een donkerbruine onscherpe lijn.
De rupsen van de kleine beer zijn opvallender dan de vlinders zelf en worden daardoor eerder opgemerkt. Ze zijn vaak te vinden op (zand)paden.
De vliegtijd van de kleine beervlinder is van mei tot en met augustus. Ze worden in geheel Nederland algemeen aangetroffen.
De kleine beer (Phragmatobia fuliginosa) is een trage, onopvallende nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen (Erebidae), onderfamilie beervlinders (Arctiinae). De vlinder heeft een spanwijdte van 35 tot 45 millimeter. In rust vouwt hij zijn vleugels op in de vorm van een dakje.
Het is een relatief kleine, dikke vlinder. De voorkant van het lijf lijkt extra dik door de flinke beharing. De voorvleugels hebben een vale roodbruine kleur met een kleine zwarte stip in het midden. De achtervleugels zijn lichtrood en worden dichter bij het dikke rode achterlijf feller van kleur. Het achterlijf is over de lengte voorzien van een donkerbruine onscherpe lijn.
De rupsen van de kleine beer zijn opvallender dan de vlinders zelf en worden daardoor eerder opgemerkt. Ze zijn vaak te vinden op (zand)paden.
De vliegtijd van de kleine beervlinder is van mei tot en met augustus. Ze worden in geheel Nederland algemeen aangetroffen.
Латинское название Phragmatobia fuliginosa
Медведица бурая (лат. Phragmatobia fuliginosa) — бабочка из семейства медведиц. Другое название: толстянка бурая, медведица подвижная, медведица красно-коричневая.
Длина переднего крыла — 12—18 мм. Размах крыльев — 30—35 мм. Передние крылья варьируют по окраске от насыщенного каштанового до тусклого серовато-коричневого, с двумя чёрными дискальными точками. Задние крылья розово-красные, так же с двумя чёрными дискальными точками и пятнами у внешнего края. У экземпляров с сероватыми передними крыльями, живущих чаще на севере, у основания заднего крыла располагается маленькое розовое пятно. Брюшко тоже красное, тоже с чёрными пятнами.
Распространена по всей Европе, на Кавказе, в Средней Азии, Сибири, на северо-восток до Камчатки. Вид обычен, встречается повсеместно на живых изгородях, пустырях и других местах, поросших травой.
Лёт бабочек с апреля по июнь и с августа по сентябрь (имеют две генерации). Иногда встречается только одна генерация, которая летает в июне. Бабочки активны ночью, часто прилетают на свет.
Питается на злаках, щавеле, незабудке, подмареннике, одуванчике, салате и других травах. Зимуют взрослые гусеницы.
Окукливание идет сразу после пробуждения гусениц от зимней спячки, на столбах и прочих трещинах стволов и заборов. Куколка в мягком коричневом вертикальном коконе.
Медведица бурая (лат. Phragmatobia fuliginosa) — бабочка из семейства медведиц. Другое название: толстянка бурая, медведица подвижная, медведица красно-коричневая.