Papaver alpinum is de botanische naam van een overblijvende plant uit de papaverfamilie (Papaveraceae). In het Nederlands wordt deze soms wel Alpenklaproos genoemd. De soort kent meerdere ondersoorten, waarvan er vier in Oostenrijk voorkomen.
De soort wordt 5-20 cm hoog en heeft meerdere rechtopstaande, behaarde stengels.
Zoals bij alle klaprozen komt bij beschadiging van de stengel een wit melksap vrij. De bladeren zijn allen grondstandig en enkel- of tweevoudig geveerd.
De bloemen worden tot 5 cm groot. In het begin zijn ze hangend, later rechtopstaand. Ze bestaan uit vier witte kroonbladen. Ze bieden insecten geen nectar, maar wel redelijk veel stuifmeel. De bloeiperiode is in juli en augustus.
De soort bezit een krachtige penwortel.
Papaver alpinum is de botanische naam van een overblijvende plant uit de papaverfamilie (Papaveraceae). In het Nederlands wordt deze soms wel Alpenklaproos genoemd. De soort kent meerdere ondersoorten, waarvan er vier in Oostenrijk voorkomen.
De soort wordt 5-20 cm hoog en heeft meerdere rechtopstaande, behaarde stengels.
Zoals bij alle klaprozen komt bij beschadiging van de stengel een wit melksap vrij. De bladeren zijn allen grondstandig en enkel- of tweevoudig geveerd.
De bloemen worden tot 5 cm groot. In het begin zijn ze hangend, later rechtopstaand. Ze bestaan uit vier witte kroonbladen. Ze bieden insecten geen nectar, maar wel redelijk veel stuifmeel. De bloeiperiode is in juli en augustus.
De soort bezit een krachtige penwortel.