Die koester (Acanthistius sebastoides) is 'n vis wat endemies is aan Suid-Afrika en van Valsbaai tot by Durban voorkom.
Die kop en liggaam is gelerig bruin, amper geel en bedek met klein oranje spikkels. Verspreide bruin vlekke kom ook op die liggaam voor. Die stert- en analevinne is donkergrys.
Die vis word 35 cm groot en verkies rotsbodems in water wat 1 – 25 m diep is. In Engels staan die vis ook bekend as die Koester.
Die koester (Acanthistius sebastoides) is 'n vis wat endemies is aan Suid-Afrika en van Valsbaai tot by Durban voorkom.
Die kop en liggaam is gelerig bruin, amper geel en bedek met klein oranje spikkels. Verspreide bruin vlekke kom ook op die liggaam voor. Die stert- en analevinne is donkergrys.
Die vis word 35 cm groot en verkies rotsbodems in water wat 1 – 25 m diep is. In Engels staan die vis ook bekend as die Koester.
Acanthistius sebastoides sī Serranidae-kho ê hî-á.
Acanthistius sebastoides sī Serranidae-kho ê hî-á.
Acanthistius sebastoides Acanthistius generoko animalia da. Arrainen barruko Serranidae familian sailkatzen da.
Espezie hau Agulhasko itsaslasterran aurki daiteke.
Acanthistius sebastoides Acanthistius generoko animalia da. Arrainen barruko Serranidae familian sailkatzen da.
Acanthistius sebastoides is een straalvinnige vissensoort uit de familie van zaag- of zeebaarzen (Serranidae).[1] De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1861 door Castelnau.
De vis is endemisch aan de Zuid-Afrikaanse kust vanaf Valsbaai tot bij Durban. In het Afrikaans staat hij bekend als de Koester. De kop en het lichaam zijn geelachtig bruin to bijna geel van kleur en zijn bedekt met kleine oranje spikkels. Er komen verspreid op het lijf ook bruine vlekken voor. De staarvin is als de anale vinnen donkergrijs. De vis wordt 35 cm groot en de vis komt voor op diepten van 1 - 25 meter.[2]
Bronnen, noten en/of referentiesDit artikel of een eerdere versie ervan is (gedeeltelijk) vertaald vanaf de Afrikaanse Wikipedia, die onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
Dit artikel of een eerdere versie ervan is (gedeeltelijk) vertaald vanaf de Afrikaanse Wikipedia, die onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
Akant natalski (Acanthistius sebastoides) – gatunek ryby okoniokształtnej z rodziny strzępielowatych z podrodziny Anthiinae.
Południowo-wschodni Atlantyk od Namibii po okolice miasta East London w RPA.
Żyje przy dnie najczęściej wśród kamieni na głębokości 1–20 (maksymalnie 30) m.
Osiąga 35 cm długości. Wzdłuż linii bocznej 50 – 55 łusek. Na pierwszej parze łuków skrzelowych 8 – 9 wyrostków filtracyjnych. W płetwie grzbietowej 11 – 13 twardych i 15 – 17 miękkich promieni, w płetwie ogonowej 3 twarde i 7 – 8 miękkich promieni. W płetwach piersiowych 19 – 21 miękkich promieni, w płetwach brzusznych 1 twardy i 5 miękkich promieni.
Głowa i ciało pokryte niewielkimi, rozrzuconymi ciemnobrązowymi plamami i mniejszymi pomarańczowymi plamkami. Płetwy ogonowa i odbytowa ciemnoszare, płetwy brzuszne brudnożółte.
Łowiony przez wędkarzy i rybaków. Mięso bardzo smaczne.
Akant natalski (Acanthistius sebastoides) – gatunek ryby okoniokształtnej z rodziny strzępielowatych z podrodziny Anthiinae.